Fiscale voordelen bedrijfsstoelmassage
De fiscale voordelen van stoelmassage bij bedrijven zijn in het leven geroepen omdat de overheid ook het belang inziet van gezonde en fitte medewerkers. Onderstaand een overzicht van de huidige regelingen.
Fiscale voordelen: loonbelasting
De kosten zijn aftrekbaar als bedrijfskosten en vallen niet onder de loonbelasting als aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Zie onderstaande informatie (bron: website van de Belastingdienst).
Arbo-verstrekkingen
Onder verstrekkingen of vergoedingen die niet als beloningsvoordeel worden ervaren vallen onder meer vergoedingen of verstrekkingen die samenhangen met verplichtingen van de werkgever op grond van de Arbeidsomstandighedenwet zonder dat de werknemer hierdoor een aanmerkelijke privé-besparing geniet.
Stoelmassage
Een stoelmassage is onder de volgende voorwaarden een vrije verstrekking:
- U heeft als werkgever een arbo-plan
- De stoelmassage maakt in redelijkheid deel uit van dat arbo-plan
- De bedrijfsstoelmassage vindt tijdens werktijd plaats.
- De werknemer is geen eigen bijdrage verschuldigd.
- Er is geen sprake van een aanmerkelijke privé-besparing voor de werknemer.
Als een werkgever NIET aan die voorwaarden voldoet (bijvoorbeeld omdat de medewerker een eigen bijdrage moet betalen), is er geen sprake van een ‘vrije verstrekking’ maar ‘loon in natura’. Dit valt onder de Werkkostenregeling (WKR). Afhankelijk van de omvang van de eigen bijdrage kan het bedrijf hierdoor zelfs duurder uit zijn! Er zijn gevallen bekend waarbij een bedrijf een fikse naheffing loonbelasting kreeg opgelegd.
Fiscale voordelen: omzetbelasting
De omzetbelasting (btw) over de stoelmassages is voor werkgevers aftrekbaar als voorbelasting, zie de volgende informatie (bron: website Ministerie van Financiën):
OB: Aftrek voorbelasting masseren werknemer op de werkplek
Den Haag – De ondernemer kan de BTW aftrekken, die de masseuse in rekening brengt voor het masseren van de werknemers op hun werkplek, aldus de Staatssecretaris.
Een ondernemer sluit met een masseuse contracten af, waarbij de masseuse tegen betaling massage verricht bij werknemers. Dit met als doel stressgerelateerde klachten op de werkplek weg te nemen of te verminderen. De behandeling duurt ongeveer 15 minuten en vindt plaats op de werkplek, in een speciaal daarvoor ontworpen stoel. Per behandeling wordt een bedrag aan de werkgever in rekening gebracht.
De Staatssecretaris is van mening dat de BTW op grond van art. 15 OB aftrekbaar is voor de ondernemer. De werkgever is aan te merken als afnemer van de prestatie. Dit gelet op het contract met de masseuse en het genot dat hij van de prestaties heeft. De aftrek is ook niet uitgesloten door het BUA. De werknemers kunnen met deze massage (ook buiten de werksfeer om) gebaat zijn. Dit mogelijke consumptieve element is echter onder de gegeven omstandigheden volstrekt ondergeschikt aan het belang dat de werkgever daarvan heeft. De werkgever hoopt en verwacht immers dat door de massages ziekteverzuim wordt voorkomen of verminderd. De massagediensten zijn dus geen personeelsvoorzieningen in de zin van het BUA. Besluit van 30 januari 2002, nummer CPP2002/292M, OB 15.
Btw-compensatiefonds
Als gemeenten en provincies diensten of goederen extern inkopen, betalen zij daarover btw. In tegenstelling tot bedrijven kunnen zij die btw niet terugvorderen van de Belastingdienst. Extern ingekochte diensten zijn daarom al snel duurder dan intern uitgevoerde activiteiten. Dat is jammer, want vaak zijn externe partijen efficiënter in de uitvoering van bepaalde activiteiten.
Per 1 januari 2003 is daarom het btw-compensatiefonds ingevoerd. Uit dit fonds kunnen gemeenten en provincies de btw terugvragen die ze hebben betaald over uitbesteed werk. De directie begrotingszaken van het ministerie van Financiën is verantwoordelijk voor het btw-compensatiefonds. Voor fiscale aangelegenheden op dit terrein kunt u zich wenden tot uw belastinginspecteur.